dissocieerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dissocieerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dis·so·ci·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
dissociëren

dissocieerde

  1. enkelvoud verleden tijd van dissociëren
    • Ik dissocieerde. 
    • Jij dissocieerde. 
    • Hij, zij, het dissocieerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord dissocieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.