dissocieerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dissocieerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dis·so·ci·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dissociëren |
dissocieerde
- enkelvoud verleden tijd van dissociëren
- Ik dissocieerde.
- Jij dissocieerde.
- Hij, zij, het dissocieerde.
- Ik dissocieerde.
Gangbaarheid
- Het woord dissocieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.