doceerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: doceerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- do·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doceren |
doceerde
- enkelvoud verleden tijd van doceren
- Ik doceerde.
- Jij doceerde.
- Hij, zij, het doceerde.
- Ik doceerde.
Gangbaarheid
- Het woord doceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.