doceerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doceerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
doceren

doceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van doceren
    • Ik doceerde. 
    • Jij doceerde. 
    • Hij, zij, het doceerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord doceerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.