docentencorps

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  docentencorps    (hulp, bestand)
  • IPA: / doˈsɛntə(n)ˌkɔrəps / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • do·cen·ten·corps

Zelfstandig naamwoord

het docentencorps o

  1. verouderde spelling of vorm van docentenkorps tot 1955, als variant
    ▸ ⧖ Het is nog maar kort geleden, dat ik als pas aangesteld Lector U van deze plaats mijn vreugde en trots mocht vertolken over het feit, dat mijn entrée in het docentencorps mij Uw aller spontane en vererende vriendschap bracht.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'docentencorps' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron
    Visser, F.Th.
    “Some causes of verbal obsolescence”, inauguratierede (1949), Dekker & van de Vegt, Nijmegen/Utrecht, p. 25
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.