doe zaken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doe zaken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doe za·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
zakendoen

doe zaken

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zakendoen
    • Ik doe zaken. 
  2. gebiedende wijs van zakendoen
    • Doe zaken! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zakendoen
    • Doe je zaken? 
  4. aanvoegende wijs van zakendoen

Gangbaarheid

  • Het woord doe zaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.