doeblangs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doeblangs    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdublɑŋs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • doe·blangs
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dedoeblangsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord doeblang
      Gij allen ziet mij aan met oogen als bullebakken, en gij plaatst twaalf doeblangs met de hand aan het zwaard achter mijn zetel.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'doeblangs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W.A. van Rees.
    Indische typen. V. Een Oud-Indisch officier. XXXIII. in: De Tijdspiegel., jrg. 23 nr. 9 (september 1866), D.A. Thieme, Arnhem, p. 293
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.