doofden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doofden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doof·den

Werkwoord

vervoeging van
doven

doofden

  1. meervoud verleden tijd van doven
    • Wij doofden. 
    • Jullie doofden. 
    • Zij doofden. 
     Ze zeiden niets, schopten alleen hun schoenen uit, deden de bedlampjes aan en doofden de plafondverlichting.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord doofden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.