dook

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dook    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dook
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ijzerstaaf om hout en stenen te verbinden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1827 [1]

Werkwoord

vervoeging van
duiken

dook

  1. enkelvoud verleden tijd van duiken
    • Ik dook. 
    • Jij dook. 
    • Hij, zij, het dook. 

Gangbaarheid

  • Het woord dook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.