doorliepen

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  doorlíépen    (hulp, bestand)
    • IPA: /dorˈlipə(n)/ (3 lettergrepen); /do̝r'lipə(n)
  • Geluid:  dóórliepen    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈdorlipə(n)/ (3 lettergrepen); /'do̝rlipə(n)/
Woordafbreking
  • door·lie·pen

Werkwoord

vervoeging van
doorlopen

doorlíépen

  1. meervoud verleden tijd van doorlopen
    • Wij doorliepen. 
    • Jullie doorliepen. 
    • Zij doorliepen. 

Werkwoord

vervoeging van
doorlopen

dóórliepen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorlopen
    • ...dat wij doorliepen. 
    • ...dat jullie doorliepen. 
    • ...dat zij doorliepen. 
Opmerkingen

Gangbaarheid

  • Het woord doorliepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.