doorloopt

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  doorlóópt    (hulp, bestand)
    • IPA: /dorˈlopt/ (2 lettergrepen); /do̝rˈlopt/
  • Geluid:  dóórloopt    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈdorlopt/ (2 lettergrepen); /ˈdo̝rlopt/
Woordafbreking
  • door·loopt

Werkwoord

vervoeging van
doorlopen

doorlóópt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • Jij doorloopt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • Hij doorloopt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorlopen
    • Doorloopt! 

Werkwoord

vervoeging van
doorlopen

dóórloopt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • ... dat jij doorloopt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
    • ... dat hij doorloopt. 
Opmerkingen

Gangbaarheid

  • Het woord doorloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.