doorzie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·zie
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorzien |
doorzíé
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
- Ik doorzie.
- gebiedende wijs van doorzien
- Doorzie!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
- Doorzie je?
- aanvoegende wijs van doorzien
vervoeging van |
---|
doorzien |
dóórzie
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorzien
- ... dat ik dóórzie.
- (in een bijzin) aanvoegende wijs van doorzien
- ... dat men doorzie.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord doorzie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.