doorzien

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  dóórzien    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈdorzin / (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈdo̝rzin/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdorzin/
• Geluid:  doorzíén    (hulp, bestand)
  • IPA: / dorˈzin / (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /do̝rˈzin/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dorˈzin/

Woordafbreking

• door·zien

Woordherkomst en -opbouw

• dóórzien, doorzíén [1]: samenstelling van  door bw  en  zien ww 
• doorzíén [2]: vervoeging van doorzien: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)

Werkwoord

dóórzien

1. overgankelijkvluchtig iets lezen, doornemen

   • Zij hadden het voorstel maar eventjes doorgezien. 

Werkwoord

doorzíén

1. overgankelijk inzien dat iets een poging tot bedrog is

   • Hij doorzag het aanlokkelijke aanbod en realiseerde zich dat het afzetterij was. 

2. voltooid deelwoord van doorzien

Gangbaarheid

• Het woord doorzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorzien" herkend door:

Verwijzingen