droeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  droeg    (hulp, bestand)
  • IPA: /drux/
Woordafbreking
  • droeg

Werkwoord

vervoeging van
dragen

droeg

  1. enkelvoud verleden tijd van dragen
    • Ik droeg. 
    • Jij droeg. 
    • Hij, zij, het droeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord droeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.