dubbelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dubbelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dub·bel·de

Werkwoord

vervoeging van
dubbelen

dubbelde

  1. enkelvoud verleden tijd van dubbelen
    • Ik dubbelde. 
    • Jij dubbelde. 
    • Hij, zij, het dubbelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord dubbelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.