duikelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: duikelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dui·kel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
duikelen |
duikelde
- enkelvoud verleden tijd van duikelen
- Ik duikelde.
- Jij duikelde.
- Hij, zij, het duikelde.
- Ik duikelde.
Gangbaarheid
- Het woord duikelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.