duimpje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duimpje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdœympjə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • duim·pje
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van duim met het achtervoegsel -pje

Zelfstandig naamwoord

hetduimpjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord duim

Gangbaarheid

  • Het woord duimpje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.