dunnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dunnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dun·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dunnen
dunde
gedund
zwak -d volledig

Werkwoord

dunnen [1]

  1. onovergankelijk dun of dunner worden
  2. overgankelijk dun of dunner maken
Hyponiemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord dunnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.