dupeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dupeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- du·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
duperen |
dupeerde
- enkelvoud verleden tijd van duperen
- Ik dupeerde.
- Jij dupeerde.
- Hij, zij, het dupeerde.
- Ik dupeerde.
Gangbaarheid
- Het woord dupeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.