dupliceerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dupliceerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • du·pli·ceer·den

Werkwoord

vervoeging van
dupliceren

dupliceerden

  1. meervoud verleden tijd van dupliceren
    • Wij dupliceerden. 
    • Jullie dupliceerden. 
    • Zij dupliceerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord dupliceerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.