dyslectisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dyslectisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dys·lec·tisch
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Griekse 'lexis' (het spreken) met het voorvoegsel dys-
  • afgeleid van dyslexie met het achtervoegsel -isch
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dyslectischdyslectischer
verbogen dyslectischedyslectischere
partitief dyslectischdyslectischers-

Bijvoeglijk naamwoord

dyslectisch

  1. woordblind

Gangbaarheid

  • Het woord dyslectisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.