echtgenoote

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  echtgenoote    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛxtxəˌnotə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • echt·ge·noo·te

Zelfstandig naamwoord

echtgenoote

  1. verouderde spelling of vorm van echtgenote tot 1935/46
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.