eender
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eender (hulp, bestand)
Woordafbreking
- een·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1569 [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | eender |
verbogen | eendere |
partitief | eenders |
Bijvoeglijk naamwoord
eender
- er sterk op gelijkend
- Dat land heeft op dat punt een eendere wetgeving.
Synoniemen
- dergelijkend
Afgeleide begrippen
- eender wie, eender wat, eender welk
Gangbaarheid
- Het woord eender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eender" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "eender" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.