eisbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eisbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eis·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van eisen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen eisbaareisbaardereisbaarst
verbogen eisbareeisbaardereeisbaarste
partitief eisbaarseisbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

eisbaar

  1. van iets dat je het kunt afdwingen
    • Volgens artikel 10 van de Loonbeschermingswet is voor het loon van rechtswege interest verschuldigd met ingang van het tijdstip waarop het eisbaar wordt. Ook artikel 100 van de Arbeidsovereenkomstenwet bepaalt enigszins overbodig dat wanneer het loon geheel of gedeeltelijk uit een vaste wedde bestaat, het rechtens interesten opbrengt vanaf de normale betaaldag. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'eisbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.