electrisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: electrisch (hulp, bestand)
- IPA: / eˈlɛktris / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- elec·trisch
Zelfstandig naamwoord
electrisch
- verouderde spelling of vorm van elektrisch tot 1996, als toegelaten variant (1955-1996)
- ▸ ⧖ Het is donker geworden en de heer Hacks draait vele lichten op.
- Wat een helder electrisch licht! loof ik erkentelijk.[1]
- ▸ ⧖ Het is donker geworden en de heer Hacks draait vele lichten op.
Gangbaarheid
- Het woord 'electrisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Oostwaarts.” (1992), Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, ISBN 9025400221, p. 157
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.