emancipeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emancipeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eman·ci·peer

Werkwoord

vervoeging van
emanciperen

emancipeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emanciperen
    • Ik emancipeer. 
  2. gebiedende wijs van emanciperen
    • Emancipeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emanciperen
    • Emancipeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord emancipeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.