emaneert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emaneert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ema·neert

Werkwoord

vervoeging van
emaneren

emaneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emaneren
    • Jij emaneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emaneren
    • Hij emaneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van emaneren
    • Emaneert! 

Gangbaarheid

  • Het woord emaneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.