emballeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emballeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • em·bal·leer

Werkwoord

vervoeging van
emballeren

emballeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emballeren
    • Ik emballeer. 
  2. gebiedende wijs van emballeren
    • Emballeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emballeren
    • Emballeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord emballeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.