emballeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emballeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • em·bal·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
emballeren
emballeerde
geëmballeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

emballeren [1]

  1. overgankelijk inpakken op grote schaal
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord emballeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.