emigrar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /e.mi.ˈgɾaɾ/
Woordafbreking
  • e·mi·grar
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
emigrar
emigraba
emigrado
volledig

Werkwoord

emigrar

  1. emigreren, uitwijken
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.