emmert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emmert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • emĀ·mert

Werkwoord

vervoeging van
emmeren

emmert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emmeren
    • Jij emmert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emmeren
    • Hij emmert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van emmeren
    • Emmert! 

Gangbaarheid

  • Het woord emmert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.