engrandecer

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
engrandecer
engrandecía
engrandecido
volledig

Werkwoord

engrandecer

  • overgankelijk
  1. vergroten, uitbreiden, groter maken, belangrijker maken
  2. prijzen, ophemelen, loven, roemen
  3. bevorderen, tot een hogere rang verheffen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.