vergroten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vergroten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·gro·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van groot met het voorvoegsel ver- of afgeleid van het verouderde werkwoord groten met het voorvoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vergroten
vergrootte
vergroot
zwak -t volledig

Werkwoord

vergroten

  1. overgankelijk groter doen worden
    • De ineenstorting van Wall Street in 2009 vergrootte de werkloosheid enorm. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vergroten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.