erleben
Duits
Uitspraak
- Geluid: erleben (hulp, bestand)
Woordafbreking
- er·le·ben
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erleben |
erlebte |
erlebt |
zwak | volledig | onscheidbaar |
Werkwoord
erleben
- overgankelijk beleven, meemaken
- overgankelijk ervaren, ondervinden
Afgeleide begrippen
- Erlebnis
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.