espen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  espen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛspə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • es·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • bn: afgeleid van  esp zn  met het achtervoegsel -en
  • zn:  esp zn  met de uitgang -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

espen

  1. (materiaalkunde) gemaakt uit hout afkomstig van de ratelpopulier

Zelfstandig naamwoord

deespenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord esp

Gangbaarheid

  • Het woord espen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.