expliceer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  expliceer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·pli·ceer

Werkwoord

vervoeging van
expliceren

expliceer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van expliceren
    • Ik expliceer. 
  2. gebiedende wijs van expliceren
    • Expliceer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van expliceren
    • Expliceer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord expliceer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.