extenderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  extenderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·ten·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse 'extendere' (met het voorvoegsel ex-)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
extenderen
extendeerde
geëxtendeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

extenderen

  1. uitstrekken (vooral (medisch))
    • Hierbij zullen de heupgewrichten plotseling flecteren en tegelijkertijd de kniegewrichten extenderen, waardoor de hamstrings te strak gespannen worden 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'extenderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.