extramuraal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  extramuraal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·tra·mu·raal
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘buiten het gebouw plaatshebbend’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
  • afgeleid van muraal met het voorvoegsel extra- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen extramuraalextramuralerextramuraalst
verbogen extramuraleextramuralereextramuraalste
partitief extramuraalsextramuralers-

Bijvoeglijk naamwoord

extramuraal [3]

  1. buiten het gebouw plaatshebbend
  2. (medisch) buiten de muren van de betrokken instelling
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord extramuraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.