ezelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ezelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈezələ(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eze·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ezelen
ezelde
geëzeld
zwak -d volledig

ezelen

  1. overgankelijk uitschelden
  2. inergatief uitputtende arbeid verrichten
  3. inergatief spelen van een eenvoudig kaartspel waarbij het gaat om snelheid
Synoniemen
  1. [2] ploeteren, zwoegen, buffelen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ezelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.