fállát
Noordelijk Sami
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈfalːat /
Woordafbreking
- fá·lát
Zelfstandig naamwoord
fállát
- nominatief meervoud van fális
- bezittelijke vorm voor de tweede persoon enkelvoud ("jouw, uw") bij accusatief enkelvoud van fális
- bezittelijke vorm voor de tweede persoon enkelvoud ("jouw, uw") bij genitief enkelvoud van fális
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.