fállát

Noordelijk Sami

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfalːat /
Woordafbreking
  • fá·lát

Zelfstandig naamwoord

fállát

  1. nominatief meervoud van fális
  2. bezittelijke vorm voor de tweede persoon enkelvoud ("jouw, uw") bij accusatief enkelvoud van fális
  3. bezittelijke vorm voor de tweede persoon enkelvoud ("jouw, uw") bij genitief enkelvoud van fális
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.