factcheckt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  factcheckt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fact·checkt

Werkwoord

vervoeging van
factchecken

factcheckt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factchecken
    • Jij factcheckt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factchecken
    • Hij factcheckt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van factchecken
    • Factcheckt! 

Gangbaarheid

  • Het woord factcheckt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.