faseert uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  faseert uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·seert uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitfaseren

faseert (...) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfaseren
    • Jij faseert uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitfaseren
    • Hij faseert uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitfaseren
    • Faseert uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord faseert uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.