fastueus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fastueus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fas·tu·eus
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fastueus | fastueuzer | fastueust |
verbogen | fastueuze | fastueuzere | fastueuzerst |
partitief | fastueus | fatueuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fastueus
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fastueus" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
39 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ fastueus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.