feilen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  feilen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fei·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Middelnederlands faeiliren, waar ook falen van is afgeleid; zowel feilen als falen zijn Standaardnederlands geworden.[1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
feilen
feilde
gefeild
zwak -d volledig

Werkwoord

feilen [2]

  1. onovergankelijk falen [3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord feilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.