fiatteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fiatteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fi·at·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
fiatteren

fiatteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van fiatteren
    • Ik fiatteerde. 
    • Jij fiatteerde. 
    • Hij, zij, het fiatteerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord fiatteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.