fiatteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fiatteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fi·at·teert

Werkwoord

vervoeging van
fiatteren

fiatteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fiatteren
    • Jij fiatteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fiatteren
    • Hij fiatteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fiatteren
    • Fiatteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord fiatteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.