fibreus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fibreus    (hulp, bestand)
  • IPA: /fiˈbrøs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fi·breus
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
  • afgeleid van het Franse fibreux (met het achtervoegsel -eus) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fibreusfibreuzerfibreust
verbogen fibreuzefibreuzerefibreuste
partitief fibreusfibreuzers-

Bijvoeglijk naamwoord

fibreus [3]

  1. vezelachtig, bindweefselachtig
     Het mooie is dat Tigenix er in geslaagd is om een marker te ontwikkelen die de optimale kraakbeencellen voor het regeneratieproces identificeert. De kweek gebeurt bovendien op zo'n manier dat het klassieke euvel - cellen die hun "geheugen" verliezen en daardoor suboptimale resultaten afleveren (zoals fibreus kraakbeenweefsel) - voorkomen wordt.[4]

Gangbaarheid

  • Het woord fibreus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. fibreus op website: Etymologiebank.nl
  2. Wiktionnaire
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Weblink bron
    Pascal Dendooven
    “Tigenix beursbelofte voor 2007” (18/11/2006), De Standaard
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.