fibrilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fibrilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fiĀ·brilĀ·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fibrilleren |
fibrilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fibrilleren
- Ik fibrilleer.
- gebiedende wijs van fibrilleren
- Fibrilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fibrilleren
- Fibrilleer je?
Gangbaarheid
- Het woord fibrilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.