fibrilleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fibrilleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fi·bril·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fibrilleren |
fibrilleerde
- enkelvoud verleden tijd van fibrilleren
- Ik fibrilleerde.
- Jij fibrilleerde.
- Hij, zij, het fibrilleerde.
- Ik fibrilleerde.
Gangbaarheid
- Het woord fibrilleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.