fietsbrugje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsbrugje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfitsbrʏxjə/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈfits.brɵ.χ.jə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.brʏx.jə/
Woordafbreking
  • fiets·brug·je

Zelfstandig naamwoord

hetfietsbrugjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietsbrug
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord fietsbrugje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.