fietst af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietst af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fietst af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
affietsen

fietst (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affietsen
    • Jij fietst af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affietsen
    • Hij fietst af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van affietsen
    • Fietst af! 

Gangbaarheid

  • Het woord fietst af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.