fietsten af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsten af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fietsĀ·ten af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
affietsen

fietsten (...) af

  1. meervoud verleden tijd van affietsen
    • Wij fietsten af. 
    • Jullie fietsten af. 
    • Zij fietsten af. 

Gangbaarheid

  • Het woord fietsten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.